Preek van de 19de zondag na Pinksteren

In de eerste eeuwen na Christus begreep iedereen de zin van wat onze Heer ons vertelde. Tegenwoordig moeten we de uitleg erop nalezen. Maar het Evangelie van vandaag is helemaal niet zo ingewikkeld als we de reden kennen waarom Jezus spreekt. Telkens wanneer het Evangelie spreekt over een Koning of een machtig man, dan gaat het over God. Dan begrijpen we ook meteen dat zijn Zoon Jezus Christus is, en de dienaren zijn profeten en apostelen.

De mensen die God aanvankelijk uitgenodigd heeft, behoren tot het uitverkoren volk: de Joden. Maar sinds Titus en Vespasianus Palestina in brand gestoken hebben, bestaat er geen twijfel meer over: de heidenen zijn de nieuwe genodigden waarnaar we op zoek moeten: de Grieken en Romeinen, die het merendeel van de Kerk vormden in de vroege kerkgeschiedenis.

En dan was er nog het bruiloftsmaal. Wanneer we het Evangelie en de Heilige Paulus er goed op nalezen dan blijkt duidelijk dat het over de Eucharistie gaat.

Eigenlijk kunnen we het Evangelie heel simpel samenvatten als volgt:

God houdt een grote plechtigheid om Zijn Zoon en de mensheid met elkaar te verbinden. Daartoe stuurt Hij de profeten tot het uitverkoren volk om ze uit te nodigen, maar ze weigeren. God beslist daarop om de apostelen uit te sturen: "Zeg tot Mijn volk: 'Ik zal u ware spijs geven, de Eucharistie, kom deze eenheid aanschouwen.'" En toch weigeren de uitverkorenen. Sommigen doen gewoon verder met hun eigen zaken alsof er niets aan de hand is; anderen grijpen de apostelen, martelen en vermoorden ze.

Wanneer God dat ziet, zendt Hij in Zijn woede de Romeinse legioenen op het volk af die hen aanvallen en Jeruzalem overrompelen.

Hij spreekt aldus tot de discipelen: "De Eucharistie is wel gereed, maar de genodigden waren het niet waard. Gaat daarom naar de ongelovigen, de heidenen, en nodig eenieder van hen uit tot dit Verbond." De discipelen gingen heen naar Griekenland, Rome en elders, en brachten allen, die zijn vonden, bijeen, slechten zowel als goeden. En de Kerk werd met gasten vervuld.

God keert terug om de nieuwe genodigden te ontvangen, maar Hij merkt een man op die zich niet had voorbereid: "Vriend, ik heb u uitgenodigd voor de meest belangrijke plechtigheid, vanwaar die nonchalance?" Maar de ander doet zelfs de moeite niet om op de vraag te antwoorden. Daarop zegt God tot de engelen: "Bindt hem handen en voeten, en werpt hem naar buiten in de duisternis: daar zal geween zijn en geknars der tanden. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren."

Zo zien we maar hoeveel geluk we hebben. God besloot zich te verlagen en mens te worden om in de eerste plaats een volk te redden dat niet tot ons behoort. Maar omdat ze Hem niet gewild hebben, heeft Hij ons uitgekozen.

Dat is de basis, het fundament van het Nieuwe Verbond. Een Verbond, een bruiloft, het huwelijk zijn vormen van verbintenis. In dit geval gaat het over de verbintenis tussen God en onszelf. We vieren deze verbintenis tijdens de Eucharistie: het feestmaal waarin we met Jezus verbonden worden in lichaam en geest. Telkens wanneer we ter communie gaan, vernieuwt God samen met ons Zijn menswording. We hebben deel aan Zijn hele lichaam en geest, Zijn hele goddelijkheid, in ons lichaam. Dit is een erg belangrijk moment. We hebben er geen enkele baat bij God te verwerpen terwijl Hij bereid is om tot ons te komen.

Dat is trouwens wat er gebeurt met de slecht geklede genodigde: de christen die God wel wil, maar zonder zich veel van Hem aan te trekken.

Slecht gekleed naar de kerk gaan, is niet bepaald een goed idee. Het getuigt van weinig respect tegenover God en kan negatieve gevolgen hebben op anderen. Maar zich niet voorbereiden op het ontvangen van de Eucharistie is ook erg slecht. Het ergste is wel de communie te nemen in staat van doodzonde. Maar we kunnen ook de communie nemen terwijl we helemaal afgeleid zijn. We denken aan wat anders en soms hebben we zelfs geen oog meer voor de priester die de hostie vasthoudt, met Jezus in zijn handen. Maar ook een liefdeloos leven: om Jezus-Christus op zondag te ontvangen moeten we tijdens de week ook tonen dat we van Hem houden. Met andere woorden: dat we aan onze naaste gedaan hebben wat we aan de Heer gedaan zouden hebben.

Dit Verbond, deze verbintenis tussen God en de mens is iets prachtigs dat ons gegeven wordt zonder het verdiend te hebben. We zijn de vrucht van Gods vrije keuze. Laat ons trachten om God te tonen dat we wel degelijk deel willen nemen aan het feestmaal dat Hij ons bereid heeft, zowel hier op aarde als tijdens de bruiloft in de hemel. Moge Hij ons blijven uitnodigen en laat ons antwoord dan steeds als volgt luiden: "Aanwezig!"

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

kan. Fréderic de Martin ICRSS, zondag 15 oktober 2017, Basiliek van Dadizele

Reacties