Preek van de 1ste zondag van de Vasten

Het Epistel van vandaag begint met een waarschuwing. “Verspil de genade niet die u ontvangen hebt.” Genade is echter niet iets wat men kan aanraken. Kan men het dan verspillen? Jazeker, we kunnen de genade ruimschoots verspillen.

Als ons bijvoorbeeld verschillende keren tijdens de Vasten gezegd wordt: “het is noodzakelijk om te biechten”, en we gebruiken die kans niet om opnieuw maandelijks te biechten, dan weigeren we de genade Gods. Of wanneer we op het internet aan het surfen zijn en ons geweten zegt ons “doe het niet” en we klikken toch een bepaalde pagina aan. Of ook als onze ouders ons berispen en we voelen aan dat we moeten zwijgen, maar we klagen toch.

Ja, het is mogelijk de Genade Gods, de hulp van God vergeefs te ontvangen. Dat is jammer, want de Genade van God is gratis. En bovenal, de Genade is niet iets wat God ons verschuldigd is. God kan ons zijn hulp weigeren. 

Indien we duizend maal de Genade Gods weigeren, dan verzekert niets ons dat God ons die de volgende keer zal geven. Het is goed mogelijk dat die ons geweigerd wordt.

Sint Paulus focust zich in het Epistel vooral op de deugd van het geduld. Waarom? Is geduld de belangrijkste deugd om de hulp van God te verkrijgen? Nee, want dat is de nederigheid. God weerstaat de hoogmoedigen, maar zwicht voor de nederigen. Nee, als Sint Paulus ons over geduld spreekt, is dat niet omdat geduld ons helpt genade te ontvangen, maar wel om de genade op te nemen.

Waarom is geduld onontbeerlijk om de stem van God te horen?

De ongeduldige mens bevindt zich in een chaotische wereld. Zelfs al leefden we als kluizenaar zou dat niets veranderen. We hebben in ons binnenste een vloed van zaken die komen en gaan. We denken altijd aan wat later nog gedaan moet worden waardoor we niet echt bezig zijn met wat we op het moment doen, wat heel vermoeiend is. In deze toestand van ongerustheid hebben we soms het gevoel dat ons lichaam zal ontploffen door de spanning tussen enerzijds wat we zouden willen doen en anderzijds de realiteit die ons inhaalt. Hierdoor hebben we de neiging wat zich tussen ons en ons doel stelt te elimineren. De zaken evolueren niet zoals we verwacht hadden zodat als de roep van God of simpelweg het signaal om aan tafel te gaan weerklinken, het nooit het goede moment is.

Maar zozeer als ongeduld ons verwijdert van God, zozeer geeft het geduld ons de gemoedsrust die ons gelijk welke beproeving doet verdragen. Koning Salomon zei “men kent de wijsheid van een man aan zijn geduld.” En Onze Heer zegt ons: “Door uw geduld zult u uw ziel bezitten.” Een geduldig mens heeft geleerd zich te beheersen, zo kan God rustig handelen. En die persoon zal gewoon gelukkig zijn. Hij kan met zelfbeheersing en kalmte leven in een omgeving die dat niet is. 

Het grootste voordeel van geduld in het spirituele leven is zonder twijfel de weerstand tegen verleidingen. Sint Paulus herhaalt het dikwijls in zijn brieven. De ongeduldige ziel heeft spijt van al de dingen die ze nooit heeft willen doen, ook al was ze niet in staat anders te handelen. Ze handelde automatisch. De geduldige ziel, met zijn zelfzekere glimlach, zag de duivel komen en heeft alle middelen voorzien om hem niet binnen te laten. Ze was niet verrast door de aanvallen en heeft ze gemakkelijk kunnen afslaan.

Maar voor diegene onder ons die nu denken: “ik wist niet dat het zo erg was”, opent zich een grote toekomst. Veel heiligen hebben ons getoond dat het mogelijk is om zich radicaal te veranderen. Sint Franciscus van Sales had van nature een driftige persoonlijkheid. Niettemin was hij op het einde van zijn leven de zachtheid in persoon. Om dit te bereiken werkte hij schouder aan schouder met God. Tijdens de Passie van Christus was Sint Pieter niet zo happig op het idee om het martelaarschap aan te nemen. Op het einde van zijn leven echter nam hij het met volgzaamheid en een echte christelijke vreugde aan.

Het is goed mogelijk, met de nodige inspanningen gedurende enkele jaren, dat we de deugd van geduld vinden, en zo de innerlijke obstakels, die het werk van God in ons belemmeren, uit de weg kunnen ruimen. Het is mogelijk om ons uiteindelijk niet meer druk te maken achter het stuur. Het is mogelijk om niet meer te klagen als we in de lange rij aan de kassa van de supermarkt moeten wachten. Het is zelfs mogelijk om niet meer te proberen de anderen te veranderen, maar om onszelf te verbeteren. Dit is trouwens wat God wil.

De middelen om dit te bereiken zijn eenvoudig: de wil, de sacramenten en de hulp van een priester. Om ons te helpen kunnen we artikels en boeken lezen of naar lezingen luisteren; maar vooral de hulp van een priester is belangrijk. Niets kan het advies dat we krijgen in de biecht of de spirituele zorg vervangen. En dat geldt zowel voor een tien-jarige als iemand van negentig jaar. De belangrijkste sacramenten hiervoor zijn de eucharistie en de biecht. Maar dit alles zal slechts onze wil helpen. Indien we als inspanning, samen met de priester, beslist hebben om niet meer te klagen op bepaalde momenten; dan kan God ons de genade geven ons op het juiste moment te verwittigen, maar uiteindelijk zijn wij zelf het die de inspanning moeten leveren en moet onze wil sterk genoeg zijn.

Indien we de beslissing nemen om de weg naar de hemel te begaan, zullen we in het begin de moeilijkheden aanvaarden, dan ze omhelzen en uiteindelijk er zelfs van houden.

Laat ons tijdens de Vasten mediteren over het lijden van Onze Heer en oplettend zijn om de genades die Hij ons geeft te aanvaarden.

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.


kan. Frédéric de Martin ICRSS, zondag 18 februari 2018, Basiliek van Dadizele

Reacties