preek van de 17de zondag na Pinksteren

De Kerk bezit één van de oudste schatten: de mooie Latijnse liturgie. Soms vinden we het moeilijk om aan andere katholieken uit te leggen wat deze mooie schat juist inhoudt. Soms zijn we het een beetje moe om te strijden voor de Kerk met haar prachtige schat, en hebben we zin om het te laten vallen en te doen zoals iedereen. Dat zou ons uiteindelijk wel wat kilometers en benzine besparen. Of we willen elders naartoe gaan met enkel overtuigde mensen, waar niemand ons lastig zal vallen.

Eigenlijk hebben we het wel eens lastig om vriendelijk te zijn tegen sommige mensen die zich katholiek noemen. De Heilige Paulus zegt ons echter iets anders.

EPISTEL Ef 4:1-6

DIERBAREN, ik, de gevangene voor de zaak des Heren, vermaan u dus, dat gij u gedraagt overeenkomstig uw roeping; dat gij elkander in liefde verdraagt met alle ootmoedigheid, zachtheid en geduld; dat gij uw best doet, de eenheid des geestes te bewaren door de band van de vrede. Eén lichaam en één geest, zoals gij ook geroepen zijt tot één hoop, die aan uw roeping ontspruit; één Heer, één geloof, één doopsel; één God en Vader van allen, die boven alles, door alles, en in alles is.

EVANGELIE Mt 22:34-46

IN die tijd, toen de farizeën vernamen, dat Hij de sadduceën tot zwijgen gebracht had, kwamen ze naar Hem toe; en een hunner, een wetgeleerde, vroeg, om Hem op de proef te stellen: Meester, wat is het grootste gebod in de Wet? Jesus zei hem: "Gij zult den Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en heel uw verstand." Dit is het grootste en eerste gebod. En het tweede daaraan gelijk: "Gij zult uw naaste beminnen als uzelf." Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten. Daar nu de farizeën toch bij elkaar waren, vroeg Jesus hun: Wat dunkt u van den Christus? Wiens zoon is Hij? Ze zeiden: Van David. Hij zeide hun: Hoe noemt David in den Geest Hem dan Heer, wanneer hij zegt: "De Heer heeft gesproken tot mijn Heer: Zet U aan mijn rechterhand, Totdat Ik uw vijanden leg Als een voetbank voor uw voeten!" Als David Hem Heer noemt, hoe is Hij dan zijn zoon? Niemand kon Hem antwoord geven; en van die dag af durfde niemand Hem meer ondervragen.
Vandaag spoort de Heilige Paulus de Efeziërs aan om de eenheid van de Kerk te bewaren en zich op een waardige manier te gedragen.

Zo zien we dat het voortbestaan van de Kerk niet van ons afhangt, maar van Onze Lieve Heer. Gelukkig maar, want als het van ons afhing dan zou Ze al lang dood geweest zijn. Toch kan het gebeuren dat we de Kerk niet waardig zijn. De Heilige Paulus vraagt en smeekt ons om steeds nederig, zachtmoedig en geduldig te blijven in het belang van de eenheid van Gods kinderen.

De nederigheid gebiedt dat we niet ons gelijk willen halen van de ander. Trouwens, een bekende spreuk zegt dat het niet voldoende is gewoon te winnen, maar dat we ook moeten overtuigen. En dat gebeurt niet door de argumenten van onze tegenstander gewoonweg te vernietigen. We doen dat eerder door bijvoorbeeld van kalmte en welwillendheid te getuigen. Dat heeft dus niets te maken met arrogante mensen, die wel katholiek zijn in theorie, maar zich niet willen onderwerpen en steeds hun eigen gelijk willen halen.

De zachtmoedigheid zorgt ervoor dat we onze broeders in Christus behandelen met de naastenliefde van Onze Lieve Heer, zelfs als ze het bij het verkeerde eind hebben. Zich kwaad maken en onze broeders verwijten maken is een slecht voorbeeld dat veel mensen van God kan weghouden. Jezus heeft ons een manier gegeven om te bepalen of Hij onder ons aanwezig is: “Zie hoe ze van elkaar houden.”

De derde eigenschap die de Heilige Paulus ons voorschrijft is geduld. Het is wel mooi van ons om te houden van de Irakese of Pakistaanse christen die iedere zondag zijn leven riskeert met zijn kerkbezoek. Maar het is heel wat lastiger om de katholiek lief te hebben die tegenover ons staat, soms onze meerdere, en die niet altijd erg aardig tegenover ons is, of zelfs roet in ons eten gooit. Dàt is heldhaftig.

De naastenliefde zorgt voor de eenheid van onze zielen en uit zich in vrede en gerechtigheid. Hoe bereiken we dat? Hoe moeten we handelen? Op een doeltreffende, praktische manier. De katholiek die we veroordeeld en verketterd hebben alsof hij een satanskind was: dat is degene waarvoor we moeten bidden. De katholiek waarvan we allerlei zaken aannemen over zijn morele tekortkomingen: over hem moeten we toch de moeite doen om iets goeds te zeggen.

De goede God zorgt voor Zijn Kerk – nooit zal Ze zinken. Maar iedere inspanning om nieuwe lekken in de romp te vermijden zijn welkom. We moeten Gods Kerk tot steun zijn – niet tot last.

Laten we dan naar huis terugkeren en onze broeders in ons hart dragen, want zelfs al zouden we hen zelf niet gekozen hebben, God heeft hen voor ons gekozen. Laten we net zoals het Heilig Hart van Maria en het Heilig Hart van Jezus iedere katholiek liefhebben.

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

kanunnik Frédéric de Martin, zondag 16 september 2018, Basiliek van Dadizele.

Reacties