Preek van de 1ste Zondag van de Advent

Preek van de 1ste zondag van de Advent, tridentijnse mis - basiliek van Dadizele
Wat staat er ons te wachten na dit leven? Als we ons inspannen om eerlijke, menslievende, aangename mensen te zijn, wat zullen we dan aan de overkant vinden? Dit is wat een bij ons veelvoorkomende religie aanbiedt: als gezelschap, veel vrouwen. En als landschap, een vruchtbaar land met stromen van water, wijn, melk en honing. Als kers op de taart zijn er allerlei fruitsoorten ter beschikking.
Een andere religie die aan volgelingen wint, het neopaganisme biedt ons een paradijs met oneindige veldslagen, erg lange maaltijden en eveneens heel wat vrouwen. Zo kunnen we alle valse godsdiensten overlopen en steeds ongeveer hetzelfde aantreffen. Wat wordt daarmee bedoeld? Een paradijs waar er helemaal niets bovennatuurlijks te vinden is. Een eeuwigheid van alle zinnelijke geneugten die we maar willen. Een paradijs waar de dieren even gelukkig zijn als de mens. Een tweede vaststelling? Vrouwen hebben geen recht op het paradijs. Dat is nu eenmaal zo niet voorzien.

EPISTEL Rom 13:11-14a

Dierbaren, gij weet, dat het tijd is, en dat het uur is geslagen, om op te staan uit de slaap; want thans is het heil ons meer nabij, dan toen we het geloof hebben omhelsd. De nacht is ver gevorderd, de dag breekt aan. Laat ons dus afleggen de werken der duisternis, en ons omgorden met de wapenen van het licht. Laat ons dus onberispelijk leven, zoals we dit doen op klaarlichte dag; niet in brasserij en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en ijverzucht. Maar omkleedt u met den Heer Jezus Christus, en vertroetelt het vlees niet tot begeerlijkheid.


EVANGELIE Lc 21:25-33

In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: er zullen tekenen zijn in zon en maan en sterren; en op de aarde doodsangst onder de volken, radeloos door het donderend geweld van de zee en de golven. De mensen zullen verstijven van vrees en bange verwachting, van wat de wereld gaat overkomen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt. Dan zullen ze den Mensenzoon op een wolk zien komen, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, blikt op dan, en heft uw hoofden omhoog; want uw verlossing is nabij. En Hij stelde hun een gelijkenis voor: Ziet naar de vijgenboom en alle andere bomen; zodra gij ze ziet uitbotten, dan weet gij ook, dat de zomer nabij is. Zo ook, wanneer gij dit alles ziet, weet dan, dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht gaat niet voorbij, vóórdat dit alles is geschied. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.
In de loop van 20ste eeuw hebben de grootmachten van deze wereld zich verenigd om een andere mogelijkheid te bieden. Volgens hen wacht er ons niets in het hiernamaals. Het paradijs kunnen we namelijk in het hier en nu opbouwen. Vanuit die optiek hebben het communisme en het kapitalisme in al onze behoeften willen voorzien. Maar ook daar zien we dezelfde terugkeren: alles is materieel en niets is bovennatuurlijk. Zo wordt de ziel volledig vergeten. De resultaten hiervan hebben niet op zich laten wachten. Paul Claudel zei: “Wanneer de mens zich het paradijs op aarde probeert voor te stellen, dan krijgen we meteen een erg gepaste hel.”

Maar wat is de hemel dan wel? Wat wacht er ons in het eeuwig leven?

Vandaag is de Advent begonnen. De Advent is de voorbereiding op de verlossing die komen zal. We bereiden de komst van Christus voor die ons komt redden en naar het Paradijs leidt. Het Evangelie van vandaag toont ons net het enorme verschil tussen de volgelingen van het Evangelie en de mensen van de wereld. De wereld zal de hemel zien verdwijnen in het duister, de zee zal aan terrein winnen op de aarde, en op aarde zullen aardbevingen de weinige overgebleven goederen vernietigen. We kunnen ook lezen dat de mensen van de wereld zullen “beven van angst” uit vrees voor wat nog komen zal.

Voor de christen is dat helemaal anders. Er staat geschreven: „heft uw hoofden omhoog; want uw verlossing is nabij” Terwijl de wereldse mens wanhoopt bij het verliezen van de materiële goederen waarin hij zijn hoop had gesteld, verheugt de gelovige mens zich net omdat hij weet dat oneindig geluk, vrede en verlossing op komst zijn. En waarom dan? Wat is er beter dan wachten op een goed leven zonder ziektes, zonder verantwoordelijkheden en met alles ter beschikking dat we ook maar willen? Laten we een kijkje nemen.

Wanneer een ziel uit het vagevuur verlost wordt dan wordt ze op weg naar de hemel begeleid door een groep engelen. De ziel baant zich een weg door verschillende groepen heiligen en engelenkoren, waar ze miljoenen vreugdevolle zielen en engelen aantreft die haar volmaakte vriendschap schenken. Jawel, miljoenen zielen zullen zich voor ons interesseren. Ook wij zullen ook voor hen belangstelling hebben. Allerlei mooie mensen, geen spoor van lelijkheid, en allen aangenaam. Daarboven zullen we noch onze krukken, noch onze bril, noch onze geneesmiddelen aantreffen. Ons gewicht zal perfect in balans zijn en onze haren talrijk. We zullen allen liederen zingen tot God (wellicht Gregoriaans of polyfonie) en niemand zal vals zingen. Maar bovenal zullen we in het gezelschap van God zijn die we oneindig zullen kunnen aanschouwen. Er zal volledig van ons gehouden worden en we zullen van ganser harte van anderen houden zonder dat we bang hoeven te zijn om gekwetst te worden. We zullen voor eeuwig kunnen rusten in God zonder enige vermoeidheid. Ook zullen we niet meer te lijden hebben onder onze fouten. Nooit nog zullen we in onszelf teleurgesteld zijn door ons slecht karakter, onze lafheid, onze slechte neigingen. Neen, we zullen niet meer kunnen zondigen.

We zullen zodanig verenigd zijn met God dat we vervuld zullen zijn van de meest volmaakte vrede en het meest volmaakte geluk. En van daarboven zullen we de levenden helpen om ons te vervoegen, zolang de wereld bestaat. Dat is wat ons beloofd is.

Is dat wat ons allen te wachten staat? Ja, dat moeten we hopen, het is immers de enige plaats waar de goede Heer wil dat we naartoe gaan.

Maar wat moeten we doen om niet af te haken en het slechte pad op te gaan? We zijn net de Advent begonnen om ons voor te bereiden op de Verlossing: dat houdt in dat we ons moeten voorbereiden om onze aardse goederen te verlaten. Met andere woorden: ons er niet aan hechten. We moeten nagaan welke bezittingen ons helpen om naar de hemel te gaan, en welke ons hechten aan ons aardse bestaan. Als we te gehecht zijn aan lekker eten, dan moeten we trachten om ons beklag niet te doen als het niet zo goed is, of ons af en toe eens peper en zout te ontzeggen om het eten tot ons te nemen zoals het is. Dat zal de keukenprinses waarderen en ons leren om ons zaken te ontzeggen. Of als we te veel tijd verspillen op internet die we zouden kunnen wijden aan ons gezin: dan is dat het uitgelezen moment om een tijdsschema op te stellen en ons eraan te houden. Of als we te veel tijd besteden aan onze auto, ons jachtwapen of ons lichaam, dan kunnen we meer tijd besteden aan het gebed, of om over het leven van de heiligen te lezen, onze ziel te onderhouden, en enkel de meest noodzakelijke tijd te besteden aan het onderhoud van zielloze zaken. 

Dat betekent dat we ons losmaken van materiële zaken om te denken aan degenen die zich daarboven bevinden.

Als we goed nadenken dan vinden we zeker een voornemen voor de Adventsperiode die bij ons past. Denk daarbij vooral aan de zaken die we het moeilijkst zouden kunnen opgeven als we de wereld zouden verlaten. 

De heiligen zullen ons erin bijstaan, het gebed zal ons dichter bij God brengen, ons eeuwige doel. Laten we Hem indachtig zijn, dan zal ook Hij ons indachtig zijn.

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.


kanunnik Frédéric de Martin, zondag 2 december 2018, Basiliek van Dadizele

Reacties